Het vertellen waard: Winkelsteeg dankt haar naam aan de vroegere landgoederen

Geschreven op

De eerste bewoners

Winkelsteeg levert al van oorsprong een belangrijke bijdrage aan de stad Nijmegen. Al sinds de tijd van de jagers en verzamelaars verblijven hier mensen: de eerste bewoners vestigden zich er rond het jaar 9000 voor Christus. Winkelsteeg lag in die tijd in een gebied waar veel voedsel te vinden was: het was een overgangsgebied van de Rijn die hier toen stroomde. Vondsten uit de Brons- en IJzertijd (2000 – 0 jaar voor Christus) wijzen op de aanwezigheid van de eerste bewoners in dit gebied. Later, in de Romeinse tijd, maakte Nijmegen (Noviomagus) onderdeel uit van een groeiend Romeins stedennetwerk waarmee ook de handel ontstond. Het buitengebied Winkelsteeg vormde een belangrijke verbinding met de stad waardoor handel en dienstverlening mogelijk werd.

De opkomst van landgoederen

Nog veel later, in de 16e eeuw, bloeit de handel in de Nederlandse steden. Nijmegen breidt zich uit en er wonen steeds meer mensen binnen de stadswallen. Dat zorgt daar voor een benauwde en stinkende leefomgeving. De rijke elite ontvlucht daarom de verstikkende binnenstad tijdens de zomermaanden om tijd door te brengen op het platteland vanwege de rust, ruimte en het aanwezige groen. Zo ontstaat in de 17e eeuw rondom de stad een ring van zogeheten buitenplaatsen waar de elite tijdelijk verbleef. De buitenplaatsen ontstonden vooral in de omgeving van de dorpen Hatert, Hees en Neerbosch. Zo’n buitenplaats was vaak van oorsprong een verbouwde boerenhoeve, een versterkt huis of een middeleeuws kasteel. Deze luxe buitenhuizen werden beeldbepalend voor het hele gebied. Vaak werden ze omringd door grachten, sier- en moestuinen, boomgaarden, bos en akkers. 

Het ontstaan van Winkelsteeg

Eén van de grootste buitenplaatsen in die tijd was het middeleeuwse ‘Hofstede ter Hatert’. In 1655 kwam dit landgoed in bezit van de toenmalige burgemeester van Nijmegen, Anthonis Vos, die het de naam ‘De Winckelsteegh’ gaf. Ieder landgoed oogstte zelf haar eigen producten zoals groente, fruit en hout. Door deze producten te verkopen, leverde dit geld op en kon men hiermee het landgoed in stand houden. 

 

Naar één uitgestrekt gebied: Winkelsteeg

In de loop van 19e eeuw kunnen vooral de rijke industriëlen en handelaren het zich veroorloven om op een buitenplaats te gaan wonen. Eind 19e eeuw voegde de Nijmeegse zeepfabrikant Theodoor Dobbelmann de landgoederen De Hulsen, De Winckelsteegh en het aangrenzende Dukenburg, Jonkerbosch en Heidepark samen tot één uitgestrekt gebied. Sindsdien werd het landgoed alleen nog met de naam Winkelsteeg aangeduid. Dobbelmann gebruikte het gebied jarenlang voor de jacht en Villa Winkelsteeg als zomerverblijf. De groene lanen, historische structuren en enkele huizen van de landgoederen uit die tijd zijn nu nog steeds zichtbaar in het gebied, zoals bij de Hulzenseweg en Winkelsteegseweg. Het terrein was toen veel groter dan het gebied dat we nu gaan ontwikkelen; het liep ongeveer van de Vossenlaan tot aan het Maas-Waalkanaal. De naam Winkelsteeg heeft dus een lange historie die we niet vergeten en een naam die we graag in ere houden bij de huidige ontwikkeling van het gebied voor wonen, werken en ontmoeten.